We verkennen het noordelijk deel van Zuid-Afrika                                                   dag 4: zondag 15 september   

Het reizen begint nu echt: we gaan via Pilgrims Rest, de River Canyon en Bourkes potholes op weg naar Graskop. Daarvoor gebruiken we ‘ons eigen busje’ -van  R.. ?? met Hercules als chauffeur- en gaan we ervaren hoe het busje is: geschikt voor dertien personen, maar we zijn -inclusief reisleider- met z’n elven. In de praktijk blijven er twee plekken op de achterbank leeg, maar er wordt wel dagelijks gewisseld. Dat zal in de loop der dagen ook nodig blijken, want de beschikbare ruimte is best krap. Zeker als je wat langere benen hebt.

[ezcol_2third]We vertrekken uit Pretoria en het eerste deel van de route is meteen al een pittig stuk, want hoewel het schema slechts 360 km aangeeft, staat er wel 7 uur voor. Dat heeft dan te maken met de stops bij de bezienswaardigheden.

Programmawisseling
Z-Afr_dag_4-004

Eerst echter krijgen we een programma-wisseling, die zeker niet de laatste zal blijken te zijn. Reisleidster Jeanine stelt voor, overigens tegen de zin van chauffeur Hercules in, om naar een dorp vlakbij Middelburg te gaan. Daar, bij de Botshabelo Tea Garden staan traditionele Ndbele-hutjes en dragen de vrouwen kleurrijke kleding. Hercules is bang dat we te weinig tijd zullen overhouden voor het vooraf beschreven programma. Maar goed: we gaan wel. [/ezcol_2third] [ezcol_1third_end]Z-Afr_dag_4 Boshabelo 022Ook nu al blijkt dat we goed bij de les moeten blijven: we rijden via Witbank naar Middelburg, maar van die plaats blijken er twee te bestaan. Over een paar dagen komen we ook bij ‘nummer twee’, maar nu dus even niet. [/ezcol_1third_end]

[ezcol_1third]

Bothshabelo Tea Garden

Er wordt eerst een kopje thee danwel koffie gedronken en dan gaan we de hutjes bekijken. Die zien er lekker kleurig uit, maar er valt geen bewoner te bekennen. Het enige dat we kunnen doen is foto’s van de huisjes maken en van de hutjes waar ze blijkbaar eerst in hebben gewoond. Bij navraag blijken de dames in het weekend ”niet thuis”, want het is een soort reservaat, een ‘cultural village’. Maar dat heeft de man bij het hek natuurlijk niet verteld. Anders loopt ie mooi weer een paar bezoekers mis.[/ezcol_1third]

[ezcol_2third_end]De Ndbele-stam was niet heel groot en kwam ”klem te zitten” tussen het Swazi-koninkrijk, de steeds machtiger Zulu’s en de expansiedrift van de blanke veeboeren die vanuit de kaap noordwaarts trokken. Z-Afr_dag_4-034Twee Duitse missionarissen vestigden in het toenmalig Transvaal een missiepost: ‘Botshabelo’, in de taal van de Ndbele “schuilplaats”. Als een verwerking van de diverse nederlagen, begonnen de Ndbele-vrouwen hun hutten en hun kleding in felle kleuren te beschilderen. Daarbij ontwikkelde elke vrouw haar eigen  kleurpalet en vormen. Naast felgekleurde kleding draagt zij ook altijd een bonte deken. Om haar nek en enkels draagt ze metalen ringen, waarbij  het aantal de status van de gehuwde vrouw aangaf. Hoe meer ringen, des te rijker haar man. Die traditie wordt nu echter steeds minder in ere gehouden of de ringen worden vervangen door afneembare exemplaren.[/ezcol_2third_end]

Na deze teleurstelling gaat de route verder via de Tolweg A4, waarbij we onderweg steenkolenmijnen zien. Een heel ander beeld geven de armoedige hutjes die we bij Kromdraai zien. Duidelijk een buitenwijk, want daarna worden het betonnen huisjes. Dat blijkt een van de initiatieven van Nelson Mandela te zijn: hij vindt dat de welvaart begint met een eigen huisje. Dus zijn van regeringswege programma’s opgezet om iedereen zo’n huis te geven. Alleen blijkt in de praktijk, mede door de lokale overheden, de realisatie daarvan op nog heel vel plekken te wensen over te laten. Langs de Mpumalanga-variant op weg naar Dullstroom en dan via Lydenburg naar Pilgrims Rest.

Pilgrims Rest: het goudzoekersdorp

[ezcol_2third]In 1874 vonden de goudzoekers hier wat zij zochten: puur goud. Er ontstond een dorp met aanvankelijk tijdelijke woningen.Z-Afr_dag_4 Pilgrims rest oud Men dacht namelijk dat net als elders het goud snel op zou zijn, maar alles bij elkaar duurde het delven 100 jaar. Na tien jaar al was het gebied dicht bevolkt door de gelukszoekers en werd er een goudmijn-compagnie opgezet.
Als eerste gaan wij daar naar een restaurant, maar al snel blijkt dat we enorm in tijdnood zitten. Ondanks dat wordt er door het personeel nog een traditionele dans uitgevoerd, waarvan ik een paar foto’s maak. De anderen gaan alvast naar buiten. Nauwelijks krijg ik de kans om mijn biertje leeg te drinken en dan wil ik ook nog even aftappen.[/ezcol_2third]

[ezcol_1third_end]We lopen een klein stukje door de hoofdstraat, van wat eens een gezellig mijnwerkersdorp was. We zouden hier eigenlijk een entreekaartje moeten krijgen, om de -inmiddels gerestaureerde- gebouwen op ons gemak te kunnen bekijken, maar na honderd meter lopen staat Hercules al met zijn bus klaar en moeten we weer instappen. Op naar de volgende stop: Bourkes Potholes.Z-Afr_dag_4-062 [/ezcol_1third_end]

Z-Afr_dag_4-078Bourkes Potholes

We zitten nu bij de vallei van de Blijderivier: Blyde River Canyon. Die dankt zijn naam aan een voorval uit de tijd van de Voortrekkers. De mannen sloegen er bij de rivier een kampement op en gingen daarna op onderzoek uit naar wegen om verder te trekken en de omgeving te verkennen. Afspraak met de vrouwen: als we na dertig dagen niet terug zijn, zijn we dood. Ga dan naar de plek waar we het laatst bijeen waren. Na een maand was er nog niemand teruggekeerd en de vrouwen noemden de rivier: Treurrivier. Echter, na een paar dagen de loop van een andere rivier te hebben teruggevolgd,  kwamen ze de mannen weer tegen. Uit dank noemden ze dit de Blijderivier.

Gelukkig krijgen we hier wat meer tijd in het programma om het ruige en rotsachtig gebied te verkennen. De snelstromende rivier die hier dus dwars door loopt, sleet in de loop der eeuwen geulen uit in het schalie- en kwartsietgebergte. Zodoende ontstond een wirwar van kliffen, eilanden en rotsplateaus. Het hele gebied is nu een natuurreservaat, met een groot scala aan dieren. We kunnen er doorheen lopen, via rotspaden en boogbruggen. Best spectaculair, want dit is het op drie na grootste ravijn ter wereld.


[ezcol_1third]

Drie rondavels

We bezoeken hier ook nog de drie rondavels. Eigenlijk zijn dat kleine, ronde hutjes, maar hier zijn het drie afgeplatte en afgeronde rotsen die erg veel op die hutten lijken. Helaas is het wat heiig, dus we kunnen niet zo heel ver kijken. Misschien is dat de reden dat Loes een paar stappen extra naar voren doet om alles te kunnen zien, terwijl het bord toch heel duidelijk is: ‘Tot hier en niet verder’![/ezcol_1third] [ezcol_2third_end]

Twee van de drie rondavels

Twee van de drie rondavels

Het laatste stuk van de route voert ons naar Graskop, waar we zullen overnachten in -hoe verzinnen ze het- het Graskop hotel. Het ligt weliswaar aan de hoofdweg, maar daar hebben we geen last van.[/ezcol_2third_end]

Z-Afr_dag_4-170Het blijkt een hotel te zijn dat schitterend is ingericht in Zuid-Afrikaanse stijl, met in elke kamer weer een ander motief. We zetten dus niet alleen het interieur van onze eigen kamer op de foto, maar gaan ook nog even bij de verschillende buren kijken om te zien hoe het er daar uitziet.

volgende