Eerste deel terugreis: langs het Gardameer naar Merano |
dag 31 – di 02 juli 2019 |
Vanwege alle warmte van de laatste dagen besluiten we niet langer op de camping te blijven. We waren namelijk van plan van hieruit nog een fietstocht langs het Gardameer te maken van Laszise via Bardolino naar Garda. En dan dus weer terug. De dag daarna stond de camperrit op het programma met de Funivia Malcesine naar de Monte Baldo. Je parkeert dan bij het kabelstation en gaat in een paar minuten omhoog naar de top op 1800 mtr. Helaas: dat gaat ‘m ook niet worden. We besluiten in eerste instantie die twee dagen te combineren en door te rijden naar Riva del Garda. Daar hebben we een Bed&Camping gevonden: Verdepiano. Op stap dus.
De avond ervoor hebben we al bij de receptie afgerekend, dus ‘s morgens hoeven we alleen nog maar in te pakken. Klaar voor vertrek. Juist buiten de camping komen we al snel op de SR249. Deze weg loopt zo ongeveer parallel aan het Gardameer, dat we dan ook geregeld zien liggen.
Monte Baldo ziet er imposant uit
We zien wel dat de dorpjes waar we doorheen komen erg toeristisch druk zijn. Eigenlijk wilden we onderweg de Heppiebuzz af en toe aan de kant zetten om een fotootje te maken, maar dat gaat niet lukken. Veel te druk: geen plekje te vinden. Dus rijden we met gepaste snelheid door. Gelukkig wordt hier niet snel gereden. Intussen maakt Loes vanuit de cabine foto’s.
Eerst passeren we Bardolino. Daarvan hadden we al gelezen dat het wordt ingesloten door twee landtongen. Zo ontstond hier een natuurlijke baai, die natuurlijk uitstekend geschikt was om er een verdedigingspost te bouwen. De eerst bekende stamt uit de tijd van de Romeinen. Nu zijn in het historisch centrum nog twee vroeg-middeleeuwse kerken bewaard gebleven. Toeristen bezoeken natuurlijk vooral de haven met de hier langs het hele Gardameer de onvermijdelijke boulevard. Voordeel: het centrum is voor een flink deel autovrij.
We rijden nu een flink stuk verder langs de kust van het meer en zien dan al snel de Monte Baldo opdoemen. Dat ziet er imposant uit.
Het gaat ons wel aan het hart dat we de kabelbaan –de Funivia- niet bezoeken, natuurlijk ook vanwege het beloofde imposante uitzicht vanaf de tot op het Gardameer.
Gewoon dus maar doorrijden richting Riva del Garda en af en toe een foto maken. Dat valt niet mee, maar Loes heeft de camera weer op het dashbaord voor het grijpen liggen en op de plekken waar ‘geschoten’ moet worden, rem ik even af. Dan kan zij de omgeving wat makkelijker ‘stabiel’ vastleggen. Zo krijgen we achteraf toch nog een mooie indruk van wat we hebben gezien. En hoewel we hier redelijk dicht langs de oever van het Gardameer rijden, valt het zeker niet mee een ”uitzichtfoto” van het meer te maken, dus daarvoor spelen we leentjebuur.
Malcesine is weer een wat grotere plaats en dus meteen ook drukker. Dat betekent met al die toeristen -je merkt dat we al wat meer naar het drukkere seizoen toe gaan- wel goed opletten met overstekers.
Overigens bespreken we onderweg de situatie-van-nu en de overnachtingsmogelijkheden. We besluiten door te rijden en niet naar de camping in Riva del Garda te gaan. De eerstvolgende op ons lijstje is camping Hermitage in Merano. Dat wordt ons einddoel. Geen uitzicht dus vanaf de meest noordelijke punt van het Gardameer, maar uitzicht op de bergen van de Apennijnen.
Nog twee uur gaans door heuvellandschap
We volgen nog steeds de SS421 en stevenen nu af op het stadje Trente. WE hebben geen idee van de omvang, maar zien later op internet dat dit de ‘verborgen parel” van het gebied is, met toch nog 115.000 inwoners. Er wordt dus een bezoekje aangeraden, maar helaas. Dit betekent dat we inmiddels het Gardameer voorbij zijn: we bevinden ons nu in heuvelachtig gebied. De tijd verstrijkt al aardig. De afstand is nog ruim 90 km en de geplande tijd ruim twee uur. We laten natuurlijk we de optie ‘vermijd tolroutes’ aanstaan. Dat scheelt weliswaar in tijd, maar rijdt veel rustiger: bijna volledig parallel aan die A22 loopt de SS12 en die hebben we nu te pakken. Het is wel een prachtige route waar we doorheen gaan.
Merano komt in zicht
De eerstvolgende grote stad na al dit kleinschalige natuurgeweld is Bolzano ofwel Bozen. Die laten we in dit geval rechts liggen: er voert een mooie rondweg omheen. De weg die we nu hebben is de SS 38 en die voert ons nog 26km langs de rivier naar ons einddoel: Merano. Daar gaan we ons melden bij een -toch niet alledaagse- combinatie van hotel en camping. Dat is Camping Hermitage, behorend bij Hotel Prinz Rudolf.
Bij de receptie van het hotel worden we keurig ontvangen en ingeschreven. Het is de bedoeling dat we naar het wat hoger gelegen veld gaan: het is deels een terrassencamping. De eerste laag, waar wij een plekje kunnen vinden, ligt op een stenen gebouw dat voor een groot deel als opslag wordt gebruikte, Maar ook het sanitaire bevindt zich daar.
Als wij eenmaal geïnstalleerd zijn, kunnen we zien dat we een heel aardige plek hebben, met uitzicht op de bergen om ons heen. Hier gaan we het vanavond en vannacht wel redden. Morgen gaan we op weg naar Oostenrijk.