Imponerende vesting Monteriggioni en prachtige stad Siena |
dag 16 – ma 17 juni 2019 |
Je zou kunnen denken dat we het vandaag rustig aan kunnen doen. De af te leggen afstand naar de volgende camping met een voor ons gereserveerd plekje is slechts 40 kilometer. Daar zit echter een ‘maar’ aan: het is vandaag ook de enige mogelijkheid om een stadswandeling Siena te maken. Deze prachtige stad van imposant zwart-wit marmer mag je op een Toscanereis natuurlijk niet missen. Daar komt bij dat er is aangeraden om ook de imponerende vesting Monteriggioni met een bezoekje te vereren. We zullen het zelf gaan ervaren: deze vestingstad maakt indruk.
Het eerste stukje daar naar toe is zo’n 26 kilometer. Daar zullen we zo’n drie kwartier over doen, dus na het ontbijt en opruimen vertrekken we om tien uur.
De reisleiding heeft een mooie route ontdekt
We gaan even richting SP47 en komen daar op de SP1, die we volgen tot aan de splitsing met de SP36. De meest ‘logische route’ zou zijn: de SP1 nog een tijdje volgen, maar de reisleiding heeft in haar voorbereiding ontdekt dat het volgen van de SP36 een veel mooiere route oplevert. Die houden we dus graag aan. Wel moeten we vlak vóór het stadje even omrijden. Het eerste reisleiderskoppel is namelijk vanmorgen vroeg al richting de camping vertrokken –zoals gebruikelijk- maar zien tot hun grote schrik dat aan die zijde van het stadje de weg door werkzaamheden is afgesloten. Gelukkig kun je er met een boog links omheen en dat melden ze onderweg direct aan koppel twee, dat vandaag dienst doet als bezemwagen. Het valt ons overigens op dat ook dat laatste haast dagelijks gebruik is, terwijl wij op de vorige reis naar Zuid-Engeland duidelijk zagen dat reisleiding en assistent vrijwel dagelijks van rol wisselden.
Monteriggioni: deze vestingstad maakt indruk op ons
Net voorbij Borgatello gaan we de SP5 op, blijven die volgen en komen zo toch bij de slagboom voor het parkeerterrein. Het stadje is namelijk voor toeristen alleen via een voetpad omhoog te bereiken. Net even voor twaalven gaat de boom open, camper netjes in het rijtje van de mede-camperaars, tas en camera pakken en de GPS aanzetten. Van hieruit zie je inderdaad: deze vestingstad maakt indruk. Wij gaan een stukje de stevige helling op. Stadspoort door en dan genieten van een leuk stadje.
Hier valt inderdaad genoeg te zien, zoals op het bord bij de ingang van deze van oorsprong Middeleeuwse vesting ofwel burcht staat. Het meest kenmerkende van deze burcht zijn de oorspronkelijke veertien torens, waarvan inmiddels de helft beschadigd raakte. Deze zijn echter met veel nauwgezetheid gerestaureerd.
In juli leeft Monteriggioni zich uit met een middeleeuws festival
De stadswandeling die je hier over de muur rond Monteriggioni kunt maken, laten wij maar even voor wat het is: dat redden we in tijd niet. Wij gaan de ruime Piazza Roma op en kijken eens op ons gemak rond en leggen natuurlijk weer het nodige voor het verslag en later dus weer de nieuwe herinneringen vast. Op ons gemak dwalen door de straatjes –er zijn er maar tien, die allemaal op het centrale plein uitkomen. Het is heel rustig: dat is in de loop van de maand juli wel anders: dan is er het Festa Medievale, waar ridders in harnas, vuurspuwers en dat soort volk de bezoekers vermaken.
Het geheel ommuurde stadje -en dat is nog steeds zo- werd in 1203 gebouwd. Tien jaar later werd de vesting in gebruik genomen als garnizoensstad. Met natuurlijk een uitstekende positie: bovenop een heuvel, dus aan alle kanten zicht gevend op ‘de vijand’.
We lopen nog even helemaal door tot ”het einde van garnizoensstad Monteriggioni”: wederom een poort, die je uitzicht geeft op het Toscaanse landschap. We zitten namelijk nog steeds in de streek van de chianti: midden-Toscane.
Via een parallel lopende straat keren we weer terug naar het plein.
Wij houden het voor gezien en lopen terug naar de campers. Als de slagboom eenmaal is -dat is nog even ‘een dingetje’, want er is er eentje kapot- laten we met goede herinneringen aan deze imponerende vesting Monteriggioni achter ons.
Op weg naar de camping in Siena
Op weg nu naar camping Colleverde in het noorden van Sienna. Dat is nog ongeveer 16 kilometer en volgens het routeboek hebben we daar zo’n 20 minuten voor nodig. Dat blijkt te kloppen, hoewel we aan het eind wel goed moeten opletten om de juiste route te houden. Het is maar goed dat in het routeboek ook de juiste straatnaam staat: daardoor zien we ook aan het straatnaambord dat we goed zitten.
Bovendien: de ingegeven coördinaten leiden ons er feilloos naar toe. Dat is toch wel echt een voordeel. We buigen scherp bijna 360 graden rechtsaf de inrit op en melden ons bij de receptie.
Camping Colleverde is een terrasencemping
Doorrijden, NKC-bord en pijlen volgen en dan zie je de reisleider staan. Dat klopt, maar daarvoor moeten we eerst ”twee lanen afdalen”, want de camping is met een soort terrassen opgebouwd.
Het is nu een kwestie van snel de Heppiebuzz op z’n plekje zetten. De camping is leuk in het groen opgebouwd, wat natuurlijk ook al scheelt met warm weer zoals nu. Je hebt aan het einde van de middag behoorlijk wat nieuwkomers en dan ‘s morgens verkeer naar de uitgang: het is een echte doorgangscamping. De lunch hebben we inmiddels ook verorberd: we zijn klaar voor de stadswandeling Siena.
Per bus naar de prachtige stad Siena
We halen een buskaartje op bij de receptie en lopen naar de halte: een goeie 150 meter links van de camping-ingang. Daar staan Louis en Nellie en Niek en Alie ook, dus we gaan samen op weg naar de stad van de zwart-wit marmeren gebouwen. Onze eindhalte ligt aan de Viale Federigo Tozzi, vlak naast het busstation. Hier begint onze stadswandeling Siena. Voor Loes is dit bekend terrein, dus we wandelen niet samen op met de andere twee koppels, maar gaan op zoek naar de herinneringsplekken van Loes. We lopen nu iets links naar het plein: het Piazza Giacomo Matteotti. Dat biedt al meteen een typisch Italiaans beeld: een en al gestalde scooters.
Stadswandeling Siena begint goed: twee leuke ansichtkaarten
Wij houden het maar op de benenwagen. Dat is de beste maner om dit prachtige centrum -dat op de werelderfgoedlijst van de Unesco staat- te ontdekken. Als we de straat oversteken en een poortje zien, lopen we daar even onderdoor. We krijgen nu al meteen een kijkje op de zo kenmerkende architectuur van deze stad: we zien de toren van de Dom boven de daken uitsteken. Mooi!
Eerst gaan we nog een stukje centrum van Siena verkennen en we zien dan een winkeltje met ansichtkaarten.
Nu zijn we niet zo van het versturen van dergelijke kaarten naar de hele familie, maar we zien ook een leuke kaart van Toscane met daarop allerlei hoogtepunten. Loes houdt ‘m even voor mij vast en dan maak ik er een foto van. Die gebruiken we hier op dit internet-verslag van de reispagina van Moustache, maar we gebruiken hem ook op het omslag voor het groepsverslag dat alle reisgenoten samen maken.
Ohhh… Wow… David!
In een etalage zien we eerst een keurig geklede Italiaanse ‘’giovane”. Tenslotte staat Italië ook bekend om zijn prachtige kleding. Echter, de kaart die van deze “David” ook in de kaartenwinkel hangt, laat wel zien wat hij in huis heeft ;-))
We lopen verder door de Via della Sapienza richting Piazza San Domenico: het plein met de gelijknamige basiliek. Wel jammer dat deze kerk nogal ingebouwd is door alle omringende gebouwen.
Piazza del Campo: het centrale plein dat een belangrijke rol speelt voor het volk
We vervolgen onze weg door een echt lekker smal Italiaans sfeerstraatje via de Via della Galuzza naar de Via delle Terme die uitmondt op het meest bekende plein van Siena: het Piazza del Campo. De bestrating van dit schelpvormige plein -hèt centrale punt in Siena- is in negen sectoren verdeeld: verwijzend naar de Raad van Negen. Dit was het bestuur van de stad in de middeleeuwen.
Het plein wordt gedomineerd door het Palazzo Publico: het gotische raadhuis. Er staat op dit plein ook een ‘fonte’, lijkend op een zwembad. Dit is echter een waterreservoir, dat een belangrijke rol speelde in de watervoorziening. Siena ligt niet dicht bij een rivier, maar natuurlijk had de bevolking wel behoefte aan water. Daarvoor bedacht men een uniek systeem met de ‘fonti’. Daarin werd vanuit de hoger gelegen delen rond de stad water in reservoirs vastgehouden. Via lager gelegen fonti kwam het uiteindelijk in het centrum terecht. Het grootste reservoir is de ‘Fontebrande’. Water dat teveel was, gebruikte men voor de om Siena liggende moestuinen.
Hier moeten we natuurlijk even rustig rondkijken, want Loes heeft goede herinneringen aan haar vorige bezoek hier. Het plein wordt omringd door terrasjes en daardoor is het er altijd gezellig druk.
In de Palio -paardenrace- strijden wijken van Siena op het scherp van de snede
In haar fietsvakantie door Toscane was het Piazza del Campo ook een stop voor Loes en zij maakte hier de voorrondes mee van de Palio di Siena. in de voorbereidingen worden de paarden een paar dagen voor de start ondergebracht in stallen in de straten achter het plein bevinden. Deze worden zwaar bewaakt.
Op 2 juli en 16 augustus verzamelt zich hier een menigte van duizenden mensen, om te zien hoe vanuit de straten de jockeys op hun paarden -zonder zadel- het plein op komen stuiven. Elke jockey vertegenwoordigd een van de 17 stadswijken, de contradores. Maximaal tien ploegen doen mee: de zeven die vorig jaar niet aan bod kwamen, aangevuld met drie wijken die door loting mogen meedoen. De winnaar krijgt een palio: een banier. Het hele spektakel wordt vooraf gegaan door optochten met vendelzwaaiers. Deze manifestatie wordt “begeleid’” door zware weddenschappen, die pas vlak voor de start mogen worden afgesloten.
De Duomo ‘Santa Maria’ de Siena: imposant zwart-wit marmer
We zwerven verder door de stad, richting Via della Fonta en dan rechtsaf: hier zien we verderop al de imposante Dom staan. Na een paar minuten bereiken we inderdaad het Piazza del Duoma. We zijn direct onder de indruk van dit prachtige gebouw. Bij haar vorige bezoek stond de Dom in de steigers en kon Loes binnen geen kijkje nemen, maar dat gaat ons nu wel lukken.
Een pracht gebouw met imposant zwart-wit marmer. Een deel van deze kerk is overigens helemaal niet af. Er staat een niet voltooid middenschip, eigenlijk als uitbreiding dwars op de bestaande kerk gezet. Dat moesten dan de ‘’zijbeuken’’ worden, maar door de uitbraak van de pest is het nieuwe middenschip nooit afgemaakt. Anders had dit nu –en dat was ook de bedoeling- een van de grootste kerken van Italië geworden. Dit stuk is 50 meter lang en 30 meter breed. Ook alle pilaren laten dat kenmerkende en imposant zwart-wit marmer zien.
Prachtige vloer, als die tenminste niet is ingepakt
Het is wel lastig om een goede, allesomvattende foto van de Dom te maken. Of er staat iemand in beeld, er rijd een autootje voorlangs, de toren komt er te schuin op: echt een uitdaging.
Een van de meest prachtige onderdelen van de kerk is de vloer. Echter: die is bijna het hele jaar bedekt met een beschermlaag tegen de tientallen toeristenvoeten. Daar onder liggen prachtige mozaïeken, die maar eens per jaar -meestal tussen augustus en oktober- te zien zien. Ook dan mag je er natuurlijk niet overheen lopen: er staat dan een afscheiding om de centrale gedeeltes heen.
De Via di Citta kent bijzondere winkeltjes
We verlaten het plein via een ‘trappenstraatje’ en slaan linksaf de Via di Citta in: de straat die rond meebuigt met het plein. Het is hier gezellig winkeltjes kijken. Een daarvan bekijken we natuurlijk met extra interesse: de Antica Drogheria Mananelli uit 1879. We gaan binnen sfeer opsnuiven. Wat een prachtige ervaring. Er is een wand met een virtinekast met openklappende ruitdeurtjes. Boven elk daarvan staat geschreven wat er in zit: Aloë, Anice, Ginseng, Menthe enz. Prachtig! En dan al die potjes!!
Hier heerst nog echt die sfeer-van-weleer en toch is alles ‘bij de tijd’. Bij het zien van de weegschaal gaat ons hard helemaal snel kloppen: het is een oerhollandse Berkel. Dat leggen we natuurlijk ook even uit aan de eigenaar, die dat zo te zien erg leuk vindt.
Even verderop zit nog een leuke zaak: met van alles over muziek. Er staan wat grammofoonplaten, er zijn zelfs wandklokken in de vorm van een uitgesneden plaat met bijvoorbeeld een dirigent met orkest of enkele dansende paren. Heel apart.
Kortom: de stadswandeling Siena zit vol verrassingen. Zoals bijvoorbeeld ook die uitstalling van het fruit: echt keurig verzorgd en zo te zien van een onberispelijke kwaliteit.
We slenteren verder en komen op het Piazza dell’Indidenza. Nog even een straatje omlaag, om te kijken of er een mooi uitzicht is, maar dat valt tegen.
Even bijkomen in Zest Ristorante & Wine Bar
We komen bij een straatje dat deels omlaag gaat, maar wel doodlopend is. Daar kunnen we nog wat foto’s maken.
Vervolgens strijken we neer op het terras van Zest Ristorante & Wine Bar. Even bijkomen op weer zo’n kenmerkend plein waar je heel goed de sfeer van Siena proeft. We laten ons de drankjes en het heerlijke gebakje dan ook prima smaken. Intussen genieten van alles wat we op dit pleintje om ons heen zien. Je komt hier na zo’n vermoeiende stadswandeling echt helemaal tot rust.
Ruim voldoende voorbeelden gezien van imposant zwart-wit marmer: de stadswandeling Siena zit er op. We gaan terug naar het busstation. We hebben zeker geen spijt van dit bezoek aan de prachtige stad Siena. De avond brengen we in alle rust door en kijken nog eens terug op die imponerende vesting Monteriggioni en de stadswandeling in Siena, waar vanmiddag voor Loes weer allerlei herinneringen boven kwamen. Morgen gaan we op weg naar een wijnbedrijf in Chianti. Daar zullen we een rondleiding krijgen, een Toscaanse maaltijd en we overnachten er ook.