Een lange rit door de bergen of toch: een groot deel tolweg? Dat laatste. |
dag 11 wo 12 juni 2019 |
Het routeboek geeft ons vandaag een keuze: je kunt net voorbij Milaan richting Crema rijden en dan een prachtige, maar bochtige en trage route volgen. Dan leg je zo’n 280 km af, maar dat kost je 6 uur minimaal. Of je volgt eerst diezelfde A50 zuidelijk van Milaan en blijft op de A50, maar die is dan de tolweg richting Parma. Dat scheelt zo’n 45 km, je redt het dan in 3½uur en het kost ongeveer € 4,50.
Je volgt dan ook een stuk van de oude Via Emilia (nu SS9) en buigt dan zuidwaarts af via SP 513 richting Passo del Cerreto.
De tolweg nemen betekent veel tijdwinst
Die 3,5 uur is alleen de reistijd, maar daar komen nog koffie- en eetpauzes bij. Bovendien zou je een stadsbezoek aan Parma kunnen brengen, maar ook dat vraagt een flinke tijdsinvestering. Ondanks onze standaard-afkeer tegen tolwegen, besluiten we vandaag voor de snellere route te gaan. Een klein stukje na de camping ga je al vrij snel richting A50. Hier nog gewoon snelweg. Tot je die bekende borden ziet: als je hier rechtdoor gaat, kom je op de tolweg. Okido, voor vandaag. We trekken een kaartje uit de automaat bij de tolpoort, boom omhoog en rijden maar. Best heerlijk ontspannen, alleen: het is vrij saai en zo heel veel mooie omgeving zie je niet.
De Via Emilia: een prachtig stuk historie
De Via Aemilia is al een heel oude route. Het was een van de belangrijkste consulaire Romeinse wegen, die veel aspecten en kenmerken samenbrengt. Allereerst was het zó’n nuttig straatbouwkundig werk dat het een heel gebied markeerde, zoals dat van Emilia Romagna. Ten tweede: het was een fundamenteel militair werk waarlangs de Romeinen de verovering en kolonisatie van Noord-Italië tijdens de Republikeinse periode konden uitbreiden. Ten derde: het was een buitengewoon stedenbouwkundig experiment, een van de eerste waarin Rome erin slaagde zo systematisch te zijn.
Maar ja: oude tijden veranderen, dus is de ”Romeinse snelweg” niet meer van deze tijd. Grotendeels parallel eraan ligt nu dus de A1, waarop ook wij dus nu rijden. Als we bij Piacenza zijn aangekomen -waar oorspronkelijk de Via Emilia begon- blijven we nog even deze A1 volgen. Pas vlak voor Parma gaan we van deze tolweg af. Ook nu weer: creditkaart in het apparaat, het bedrag wordt automatisch afgeschreven en de slagboom gaat omhoog.
Heel even rijden we nu op een stukje ‘niemandsland’ maar even verderop begint de tolheffing op nieuw. We volgen dezelfde procedure, maar als we de tolweg willen verlaten, gaat er iets mis. De boom wil niet omhoog. Dus: de knop indrukken en om hulp vragen. “Pronto”… Ja, dat kun je wel zeggen, maar zelfs mijn Engelse uitleg wordt niet begrepen. Ik schakel over naar het Hollands en dat wekt: de man achter de knop heeft door dit dit ‘m niet wordt en de boom gaat omhoog. Mooi…
Nu nog maar afwachten wat de financiële gevolgen zullen zijn. Dat valt achteraf mee: ik hoor er niets meer over.
Gezien de tijd laten we Parma links liggen
Als keuzemogelijkheid kunnen we de stad Parma bezoeken. We schatten echter in dat dit -mede gezien het stuk dat we nog moeten afleggen- veel te veel tijd zal innemen. Achteraf is het maar goed dat we hier niet aan zijn begonnen: we horen van andere groepsleden dat ze al snel vastliepen op de borden ‘milieuzone’. Het was bovendien erg druk en smal.
We buigen nu via de SP 513 af naar het zuiden en blijven dus nog even in deze regio.
Tegenwoordig wordt de hele provincie aangeduid als ”regionaal voedselcentrum”. Ze zijn hier niet alleen bekend om de Parmezaanse kaas, maar men spant zich in om zoveel mogelijk lokale producten te presenteren. Dat doen wij dus ook maar; alleen: wij hebben onze eigen producten meegenomen. Die maken in de Heppiebuzz klaar.
Het is inmiddels ook tijd om even de benen te strekken. We staan langs de weg op een grindveld, naast de rivier. Zo te zien loopt dit in de regentijd ook onder water. Ik maak wat foto’s naar links en vervolgens wil ik hetzelfde doen naar rechts. Daar ontwaar ik ineens in de zoeker een dame op een handdoek. Ze ligt er kennelijk te zonnebaden. Gezien haar kleding, beter gezegd: het gebrek daaraan, schat ik in dat zijn geen fotoshoot wil. Snel draai ik m’n camera door naar rechts en maak daar ”omstandig” een paar foto’s. Wel zo veilig ;-))
We starten de buzz weer en vertrekken.
Toeristische route langs Castelnuovo
Het leuke is nu ook weer dat deze weg langs het riviertje de Enza slingert en op de kaart met groen is gemarkeerd als toeristische route. Kijk: dat is beter dan een tolweg. We genieten n u volop van de omgeving en van de rust op deze weg. Het is nog geen toeristenseizoen, dus het is redelijk rustig.
Bij Castelnuovo ne’Monti -wat we in dit geval niet links, maar rechts laten liggen, komen we op de SS63.Ook hier zie je steeds weer een riviertje naast de weg: de Secchia. Dus wederom: een heel leuk stuk route.
We passeren allerlei kleine dorpjes met herkenbaar Italiaanse sfeer. We maken nog een foto van een -voor ons ‘typisch Italiaans’ huis en de bloemetjes in de berm.
Dat gaat zo door tot we bij de Passo de Cerreto komen. Daar bevindt zich onze volgende overnachtingsplek: Camping Rio Bianco.
Een bijzonder moeizame plek: kamperen tussen de huisjes
De ontvangst gaat hier erg stroef. Dat komt zeker niet door de beheerder -die is allervriendelijkst- maar op de eerste plaats omdat we ”er eigenlijk nog niet hadden mogen zijn”. Onze reisleiding komt namelijk net wat later dan de eerste camperaars. Tsja; ”dat kan niet!” Dus moet er worden gewacht. Waar je daarna mag / moet gaan staan is ook al niet erg duidelijk. Het is een terrein met terrassen, maar je staat deels tussen stacaravans en huisjes. Zelf worden we een richting opgestuurd die eerst op niets uitloopt, maar dan draaien we naar onderen, langs bouwmateriaal en komen op een smal strookje waar nog maar net een luifel uit kan. Niet zo’n probleem: morgen gaan we toch weer verder. Door die rommelige en gesplitste opzet van de groep is de gezelligheid in ieder geval ver weg.
Verrassing: wie wil, kan hier Italiaans dineren
Tot onze verassing kregen we de mogelijkheid op de camping te eten. Daarvan maken we met negen stellen graag gebruik en we krijgen er zeker geen spijt van. Het was een buffet, zodat je zelf ook nog de keuze kunt maken wat je wel of niet wilt hebben. Uitstekend bereid en zeer gezellig.
En… we mogen ons verheugen op de komst van Nanne en Marga: hun camper is gerepareerd en ze sluiten morgen in Pisa bij de groep aan. Daar proosten we op met de heerlijke streekwijn die men hier voert.
Je merkt meteen weer aan tafel dat de de groepsgeest heel sterk is. Mede daardoor nemen we alle tijd voor onzer maaltijd.
Daarna nog buiten zitten gaat niet meer lukken: de temperatuur is flink gedaald en 12 graden kouder dan de vorige nachten. Dat wordt diep onder dek en dus dichies-tegen-dichies.