Een rondrit naar Kaap de Goede Hoop                                                                     dag 23:  vrijdag 04 oktober

[ezcol_1third]Bij een reis naar Zuid-Afrika kan natuurlijk een bezoek aan Kaap de Goede Hoop niet ontbreken. Dat de plek die door zovele zeevaarders is gevreesd. Als je hier voorbij was, kwam je doorgaans in weer wat rustiger vaarwater. Vanuit Nederland voeren de schepen eerst naar Kaapstad en meerden daar aan. Dan werd verse groenten, vers vlees en vers water ingenomen en werden ook andere noodzakelijke voorraden aangevuld. Pas na enkele weken rust, soms ook enkele maanden, werd dan het tweede deel van de tocht aanvaard: op weg naar Batavia.[/ezcol_1third]

[ezcol_2third_end]Na het –zeer vroege- ontbijt verlaten we het hotel en gaan we met Hercules op stap. We rijden met het busje naar de westkant van Seinjubel: Bantry Bay. Hier heb je een mooi uitzicht op de zee en dat is precies de reden dat er hier rechts veel ‘woonstelblokken’ zijn gebouwd: flats met een parkeerdek bovenop, direct te bereiken via de weg en dan daal je af, je flat in. De mensen aan de linkerkant hebben het moeilijker: die parkeren de auto langs de straat of in garageboxen en moeten dan steil omhoog naar hun huis. Wie dat kan betalen, heeft een soort kabelbaantje laten aanleggen, vergelijkbaar met een stoeltjeslift in huis.

Vervolgens passeren we Llandudno en bereiken dan Houtbaai: een belangrijke vissersplaats en bovendien geliefd als badplaats. De naam komt van een aantekening uit het dagboek van Jan van Riebeeck. Hij spreekt over houtbaaien: omgeven door (hout)bos.[/ezcol_2third_end]

 

Z-Afr dag_23-001Houtbaai ligt in een mooie omgeving: een prachtig groen dal met daar hoog bovenuit torenend de Capman’s Peak, met vanaf daar een geweldig uitzicht op de baai. Langs de haven zijn diverse gemoedelijke café’s, maar zo vroeg op de dag gunnen we ons daar natuurlijk geen tijd voor.
Voor ons staat er een boottocht op het programma: we 
gaan hier aan boord  van de Calypso om zeehondjes te kijken. De golfslag is af en toe stevig, dus we deinen lekker. Het is niet zo’n lang tochtje: de hondjes komen al snel in beeld. Ze zitten namelijk zelfs al op de drijvende ‘luchtzakken’ die de ingang naar de haven afschermen.
Op afgevlakte rotsen zien we de eerste zeehondenkolonies al: het is er een drukte van belang. Je moet af en toe goed kijken om te zien waar de ene hond ophoudt en de andere begint. Ook de jonkies zijn leuk om te zien.

Nog iets verderop komen we bij rotsen die boven water uitsteken en daar ‘krioelt het’ van de hondjes. Best een leuk gezicht. Ook het tochtje zelf duurt niet zo heel lang, dus na een uurtje zijn we weer terug in de haven.

Z-Afr dag_23-065Bij het afmeren worden we verwelkomd door een jazzgroepje, de zogenoemde Cape minstrels. Die zijn in Zuid-Afrika onderdeel van een grote traditie: voortgekomen uit de slaven en nog elk jaar is er op 2 januari in Kaapstad een hele grote parade waarin tientallen van deze groepen meelopen en het publiek vermaken.

Eenmaal terug op de wal ontstaat er een run op het toilet. Het is af en toe heerlijk om een man te zijn: wij zijn snel klaar, maar de dames -van twee boten- moeten in een flinke rij aansluiten.

We gaan verder op weg naar Kaap de Goede Hoop en zien dan bij Chapmans Peak dat -net als in Oostenrijk- de bergweg in de rots is uitgehakt en door een galerij beschermd. Er vonden hier namelijk jaren geleden veel ongelukken plaats. De weg is vier jaar afgesloten geweest en veel beter beveiligd, onder meer door het aanbrengen van stalen netten die de val van rotsblokken moeten voorkomen.

Een ander punt van overlast vormen de groepen bavianen, die zich tot aan Kaappunt ophielden. De toeristen vonden het wel leuk om ze te voeren, maar beseften niet dat de apen daarmee steeds afhankelijker werden van ‘aangereikt voedsel’. Ze werden dan ook steeds gehaaider: stuk voor stuk gingen ze geparkeerde auto’s langs om te zoeken naar niet afgesloten deuren. Eenmaal gevonden, gingen ze er in, haalden alles overhoop op zoek naar eetbare zaken. Tegenwoordig zijn er ‘baviaankijkers’: mensen die tot taak hebben de groepen en hun vetplaatsing in de gaten te houden. Als ze te dichtbij een parkeerplaats dreigen te komen, worden ze vakkundig ‘afgeleid’.

Bij een splitsing van de weg staat een grote verzameling beelden, in allerlei soorten en maten. Deze zijn gemaakt door mensen uit Zimbabwe, die ze hier aan de man proberen te brengen. Dat lukt ze vandaag aardig, want nadat Loes als eerste een uiltje scoort van opaal, volgen er nog vier aankopen door de mede-reizigers.

Kaap_GH_2We slaan af, het NP Cape Point in. We zitten nu bij het warmere water van Falsebaai: de Indische oceaan. Die naam komt uit de periode dat navigatie niet zo goed was als nu: de schippers dachten dat ze al bij Kaap waren, voeren de baai in en ontdekten da  dat ze verkeerd zaten. Dan moesten ze weer omkeren, de baai uitvaren en nog een stukje verder tot de juiste baai.

Bij de plek die met een groot bord wordt aangegeven als het Kaappunt, is het redelkijk rustig. Als je pech hebt staan hier flink wat bussen en dan duurt het heel lang voor je een foto van de groep achter het bord kunt nemen. We stappen dus snel uit, stellen ons op in de rij en nog geen tien minuten later worden de vijf stellen eerst afzonderlijk op de plaat vereeuwigd. Afsluitend maken we uiteraard ook een groepsfoto en dan gaan we terug naar het busje. Hercules heeft champagne meegenomen en we gaan dus proosten op het bereiken van het meest zuidelijke punt van Zuid-Afrika.

 

Iets verderop is een andere grote parkeerplaats: daar kunnen we met een tandradbaan ‘The Flying Dutchman’ naar het hoogste punt van Cape Point. Daar heb je een mooi uitzicht over de baai. Een leuk ritje, waarna we voldoende tijd hebben om op ons gemak naar beneden te wandelen.  Eenmaal terug bij het busje blijkt Hercules toch niet helemaal goed gelet te hebben op alle waarschuwingen: hij heeft een van de portieren nog open staan en jawel: er klimt een baviaan naar binnen. Door snel de schuifdeur te openen, weet Hercules de baviaan aan het schrikken te krijgen en die vlucht het busje uit.

Z-Afr dag_23-145Wij gaan weer noordwaarts, een klein stukje dezelfde weg –dat is de enige route- en nu houden we de oostkant aan. Die voert ons langs Boulders, waar zich een zeer toegankelijke pinguïn-kolonie bevindt. De naam Boulders verwijst naar de granietstenen –flinke exemplaren- die bescherming bieden in dit leefgebied. De pinguïns genieten ook  op een andere manier bescherming: ze dreigden uit te sterven. Daarom is dit natuurpark tot beschermd gebied verklaard. De Jackass –een bijnaam die ze kregen vanwege hun geluid- heet nu officieel Afrikaanse pinguïn en het is de enige soort die hier broedt. Wij gaan deze jongens ook bekijken: een leuk gezicht om te zien hoe ze hier rondwaggelen.

. Vanzelfsprekend kunnen ze hier ook het water in en dat geeft nog weleens problemen. Maar voor ons leuke foto’s.
Overigens: de zwart-wit kleur dient als camouflage: dieren onder water die omhoog kijken zien wit en dieren die boven het water omlaag kijken zien zwart: in beide gevallen niet echt opvallend.

 

Kaapse_suikervogelZ-Afr dag_23-253Onze volgende stop is bij de Botanische tuin: Kirstenbosch. Een prachtig complex van 560 hectare, aan de voet van de Tafelberg, waarvoor je echt alle tijd moet nemen. Dat doen we dan ook. We krijgen een plattegrondje mee en kunnen zelf onze route bepalen. Natuurlijk gaan we onder meer op zoek naar de protea’s: de nationale bloem van Zuid-Afrika ofwel het suikerbossie. Vooral de Koningsprotea heeft schitterende bloemen. Die trekken ook een bijzondere, typisch Afrikaanse vogelsoort aan: de Suikervogel die met zijn lange, slanke snavel in staat is de zoetigheid uit de bloem te lepelen. Dankzij de aanleg van deze tuin zijn er vele plant- en diersoorten voor uitsterven behoed: daarom zie je hier ook bijna alleen inheemse soorten.

 

Wij volgen de slingerpaden en er wordt vanzelfsprekend druk gefotografeerd. Heerlijk om hier zo rond te struinen. Niet alle planten kunnen op deze plek in de vrije natuur gedijen: daarom is er ook een hele grote serre. Z-Afr dag_23-276Daarin vind je onder meer de planten uit het droge Karoogebied en de planten uit het fynbos.

Als toetje op deze dag gaan we naar Lions Head: een van de andere bergen in Kaapstad. Vanaf daar heb je een prachtig uitzicht op de stad en de oceaan. Met een beetje mazzel kun je er genieten van een prachtige zonsondergang. Dus gaan we daar naar toe en we blijken niet de enigen te zijn. Naast het parkeerterrein zit een soort hellend dal: een vlakte waar je goed kunt zitten en genieten van het schouwspel. Helaas laat de natuur zich ‘natuurlijk’ niet ringeloren: de lucht kleurt weliswaar geeloranje, maar daar blijft het bij. Jammer.

 

Lady_HamiltonNa deze ontspannende ‘zit’ is het echt tijd weer naar Lady Hamilton te gaan. We knappen ons wat op en lopen dan met Ger en Elly naar een dichtbij gelegen restaurant: Yindee’s Thai Cuisine. De anderen blijven liever in het hotelrestaurant, maar wij kunnen wel zeggen dat ze dan heel wat missen: Yindee blijkt heel lekker te kunnen kokkerellen. En het is er nog heel gezellig ook, zo met z’n vieren.

volgende