Onze eerste kennismaking met wilde dieren dag 5: maandag 16 september
De afstand die we vandaag moeten afleggen is niet zo heel erg groot: ongeveer 180 kilometer. Dat is dan inclusief de afstand die we in het Krugerpark zullen rijden. Dat geeft ons de mogelijkheid vanmiddag al aan de eerste gamedrive te beginnen, met de eigen bus. Na deze geweldige hotelbelevenis -we hebben vanmorgen nog enkele andere kamers kunnen bekijken, allemaal sterk verschillend maar even prachtig in de Afrikaanse stijl ingericht- gaan we even over half negen op stap. De vijf minuten die we eerder dan de planning op weg zijn gegaan, smelten al meteen als sneeuw voor de zon. Op verzoek willen drie gasten pinnen, maar de pinautomaat heeft op deze maandagochtend nog geen zin om daaraan mee te werken. Bovendien blijkt de reisleidster zelf -na ons de vorige dag al te hebben gewaarschuwd dat elke reis wel weer iemand zijn sleutel vergeet in te leveren- vergeten te zijn dat ze deze zelf ook moet achterlaten 😉
Grote hilariteit natuurlijk en dat moet ze nog wel een paar keer horen. Op weg dan maar naar Hazyview, een wat grotere plaats waar we op zoek gaan naar een wat gewilliger geldschieter.
De formaliteiten duren niet erg lang, want onze komst is al aangekondigd en dan kan het grote genieten gaan beginnen. Beter gezegd misschien: het grote zoeken, want je moet wel zo’n beetje overal tegelijk kijken om een dier te ontdekken. De groepsleden maken daar al snel een sport van: wie ziet er weer een beest als eerste? Al snel blijkt ook dat ieder zo zijn of haar voorkeur heeft en dat we twee vogelkenners in ons midden hebben. Ger en Elly speuren dan ook veelvuldig met hun prachtige kijkers bomen en lucht af.
Het Krugerpark strekt zich over zo’n 350 kilometer langs de grens met Mozambique uit en dat is meteen een van de grote problemen, zo begrijpen we van Hercules. Zij nemen het niet zo nauw met de regel s en gaan geregeld op strooptocht, onder meer om slagtanden van olifanten en de hoorns van de rhino te scoren. Om dat een beetje in te dammen zijn er aan de Zuid-Afrikaanse kant van het hek -Kruger is volledig omheind- veel patrouilles actief. Het blijft echter een kat en muisspel, waarbij beide partijen elkaar steeds te slim af proberen te zijn.
Al snel zien wij ook het eerste wild en dan blijken ook de beperkingen van de bus waarvan we gebruikmaken. Van de dertien passagiers zijn er tenminste zeven die een mooi plaatje willen schieten, maar het aantal raampjes dat open kan is daarvoor niet toereikend. Met toestemming van Hercules mag af en toe de schuifdeur open, maar dan moeten we wel goed op het gedrag van de dieren letten. Maar zelfs dan is de opening niet ruim bemeten voor zoveel belangstelling.
De lunch gebruiken we in een van de parkrestaurants. Marth en Maike houden in de gaten of de heren koks hun werk goed verrichten ;-))
In ieder geval helpt het bij het hek om de bewaker te overtuigen dat wij er niets aan konden doen, zoals Hercules met zijn gezicht strak in de plooi beweert. Vervolgens kost het nog enige moeite de juiste weg naar de lodge te vinden, want Hercules wil ook de tweede gate passeren, maar we moeten ‘binnen de hekken’ blijven: rechtsaf en dan nog zo’n drie kilometer om bij het Nkambeni Tented Camp te komen.
Een leuke plek om te overnachten!
De tenthutten hebben een uitbouwtje -aan de achterzijde herkenbaar aan de stromatten -die de privacy moeten waarborgen- waar zich een binnen- en buitendouche bevinden. Je kunt in die laatste zelfs met z’n tweeën douchen, maar gezien de ‘verbinding met de buitenlucht’ ben ik toch maar zo vrij dat aan Loes over te laten. Die geniet er zichtbaar van.